Het is voor mij een uitdaging om het nieuws te filteren en de essentie in een andere verhaallijn te zetten. Dit ‘nieuwe’ verhaal wordt uitgebeeld in de geest van ‘originele’ sprookjes* en met behulp van hedendaagse metaforen. Ik werp mij op als nieuwslezeres.
Ik presenteer het ‘nieuws’ in ‘het landschap’ van een sprookje.
Als beeldend kunstenaar vertel je een verhaal. Mythen, sagen en sprookjes zijn mijn kader. De beeldende kracht van deze verhalen zet ik in om op een andere manier naar maatschappelijke ontwikkelingen en opmerkelijkheden te kijken. (Voorbeelden hiervan vindt u in de PowerPoint presentatie)
De context waarin het onderwerp wordt gepresenteerd is erg belangrijk. Voor mijn ruimtelijk werk is dat een landschap van klei, de sokkel, en de ruimte eromheen. Een landschap kan alles zijn; een kamer, het strand, een bos of helemaal niets. De ruimte waarin het onderwerp zicht bevindt, is sfeerbepalend voor het verhaal.
Ieder landschap heeft zijn eigen geschiedenis. Het verhaal dat zich er heeft afgespeeld, geeft een landschap betekenis. Landschappen kunnen bepaalde gebeurtenissen verbeelden. Denk aan Auschwitz, de decembermoorden en het verhaal over het Japanse Horrorbos. Ik denk ook aan de werken van Gerhard Richter, Het Holocaust monument in Berlijn maar ook aan films van Broersen en Lukacs.
Mijn werk heeft een bedoeling, het gaat vaak over bekende sprookjes die vertellen over onschuld, lijken zoet en visualiseren een utopische droomwereld. Het creëert een gevoel van verlangen naar iets dat niet bestaat of onmogelijk is. Opmerkelijk genoeg zijn ‘sprookjes’ altijd redelijk onderbelicht gebleven in de beeldende kunst. Dit geldt overigens niet voor Mythen en Sagen.
De verwarring die in mijn werk ontstaat, wordt versterkt door een combinatie van ingetogenheid, humor, spontaniteit, herhaling van structuren, complexiteit en ook eenvoud. Ik gebruik ‘kleur’ als betekenis, niet voor esthetiek. ‘Wit’ is voor mij de basis. Het verbergt niets en laat ‘vorm’ zijn werk doen. De betekenis van de kleur oranje krijgt in deze tijd van terrorisme en ‘IS’ een hele nieuwe betekenis.
Mijn werk gaat over de strijd tussen goed en kwaad, schuld en onschuld, mooi en lelijk. Deze laatste 2 zijn heel erg belangrijk in de beeldende kunst. Ik probeer werk te maken dat ‘schuurt’. Het werk is mooi van lelijkheid of lelijk omdat het te mooi is.
Door de bijna pointillistische stijl en de herhaling van structuren en handelingen krijgt het werk betekenis. Vaak gebruik ik en combineer ik ‘oud’ eigen werk met nieuwe elementen. Zo wordt het werk net als bij een schilderij gelaagd en krijgt het een nieuwe betekenis. Verder gebruik ik bekende elementen uit sprookjes als metafoor voor situaties van nu.
Het sprookje staat voor mij symbool voor een vlucht naar de nieuwe wereld, toekomstige voorspoed en misschien zelfs vrijheid van geest. De verbeeldingskracht van het verhaal is instrument voor een maatschappelijke boodschap.